
Praten tegen één persoon – of toch niet? Waarom je mails en blogs baat hebben bij een beetje schizofrenie
De illusie van het een-op-een-gesprek
Laatst kreeg ik een mail met een vraag die je als ondernemer, schrijver of gewoon als mens-met-een-mening vroeg of laat tegenkomt.
Moet je, als je een mail of blog schrijft, eigenlijk tegen één persoon praten? Of mag je best denken aan die hele horde lezers die straks je woorden over zich heen krijgen?
Het klinkt als een simpele kwestie en dat is het ook.
Maar zoals dat gaat met simpele kwesties: er zit altijd een addertje onder het gras. Of, in dit geval, een hele familie addertjes.
Moet je schrijven alsof je tegen één iemand praat?
Het korte antwoord: ja.
Het lange antwoord: ja, maar…
Waarom ‘je’ altijd beter werkt dan ‘jullie’
Stel je voor: je zit in een café. Je bestelt een cappuccino (of een dubbele espresso, als je een beetje stoer wilt doen). Aan het tafeltje naast je zit iemand die je vaag kent. Niet iemand waar je direct je diepste geheimen aan vertelt, maar wel iemand die je nieuwsgierig maakt.
Je draait je naar die persoon toe en zegt: “Jullie zouden eigenlijk allemaal eens moeten nadenken over hoe je je mails schrijft.”
Kans is groot dat je gesprekspartner je aankijkt alsof je net een cursus groepsyoga hebt afgerond met een spiritueel ontwaken.
Het voelt afstandelijk.
Alsof je een speech houdt op een bruiloft waar je niemand kent.
Maar als je zegt: “Jij zou eigenlijk eens moeten nadenken over hoe je je mails schrijft,” dan gebeurt er iets anders. De ander voelt zich aangesproken. Gezien. Misschien zelfs een beetje betrapt.
Dat is precies wat je wilt bereiken als je schrijft.
Je wilt dat de lezer denkt: hé, dit gaat over mij. Niet over ‘ons allemaal’, maar over mij. Over mijn gekke gewoontes, mijn frustraties, mijn verlangen om eindelijk eens een fatsoenlijke nieuwsbrief te schrijven zonder dat het voelt als een verplicht nummer.
De kracht van het een-op-een-gevoel
Het geheim van goede communicatie? Het is altijd een beetje intiem. Niet in de zin van kaarslicht en zachte muziek, maar wel in de zin van: ik zie jou. Jij zit nu deze tekst te lezen. Niet jullie allemaal. Maar jij, persoonlijk.
Dat is waarom je in mails en blogs het beste tegen één persoon praat. Zelfs als je weet dat er straks honderd, duizend of misschien wel tienduizend mensen meelezen.
Het brein van de lezer doet namelijk niet aan groepslezen. Je leest altijd alleen. Zelfs als je met z’n allen in de trein zit te scrollen op je telefoon.
En ja, dat voelt soms een beetje schizofreen. Want je weet heus wel dat er meer mensen zijn. Maar als je schrijft voor ‘de massa’, voelt niemand zich aangesproken. Als je schrijft voor één, voelt iedereen zich stiekem die ene.
Maar… wat als je doelgroep heel breed is?
Nu hoor ik je denken: “Leuk hoor, dat een-op-een-gedoe. Maar mijn doelgroep is breed. Ik schrijf voor moeders én vaders, voor jonge honden én oude rotten, voor mensen die nog nooit een nieuwsbrief hebben verstuurd én voor doorgewinterde marketeers.”
Snap ik.
Maar zelfs dan werkt het beter om je voor te stellen dat je tegen één iemand praat.
Kies gewoon een fictief persoon uit. Of een echte, als je die hebt. Geef hem of haar een naam. Zie het gezicht voor je. Wat houdt deze persoon bezig? Waar wordt hij of zij ’s nachts wakker van? Wat zou deze persoon nu tegen je zeggen als je samen aan de keukentafel zit?
Schrijf voor die ene. De rest mag meeluisteren.
En ja, soms moet je even schipperen. Als je écht niet om het meervoud heen kunt, kun je best een keer ‘jullie’ gebruiken. Maar spaarzaam.
Zie het als sambal op je tosti: een beetje maakt het lekker pittig, te veel en je brandt je mond.
Praktische tips voor het schrijven aan één persoon
Goed, je wilt dus schrijven alsof je tegen één persoon praat. Maar hoe doe je dat in de praktijk? Hier een paar tips die zelfs werken als je normaal gesproken alleen boodschappenlijstjes schrijft:
1. Begin je tekst met ‘je’ of ‘jij’
Niet met ‘men’, ‘we’ of ‘de meeste mensen’.
Gewoon: jij.
2. Stel vragen
Niet van die algemene, maar vragen waar je lezer even over na moet denken. “Herken je dit?” of “Wat zou jij doen?”
3. Gebruik voorbeelden uit het dagelijks leven
Dingen die iedereen meemaakt, daar kan iedereen zich mee verbinden. De kapotte fietsketting, de vergeten verjaardag, de eeuwige strijd met je inbox. En dat voelt heel persoonlijke.
4. Welkom voor imperfectie
Schrijf zoals je zou praten. Met af en toe een kromme zin, een uitroep, een grapje tussendoor. Een zin van één woord. Eén.
5. Sluit af met een persoonlijke noot
Vraag om een reactie. Nodig uit tot gesprek. Maak het klein.
Tot slot: de magie van het persoonlijke
Het mooiste van schrijven tegen één persoon? Je hoeft niet te schreeuwen om gehoord te worden. Je hoeft niet iedereen te overtuigen. Je hoeft alleen maar één iemand te raken.
Als dat lukt, dan gebeurt er iets geks: ineens voelt iedereen zich aangesproken. Iedereen denkt: dit gaat over mij. En dat is precies wat je wilt.
Dus moet je tegen één persoon praten als je een mail of blog schrijft?
Ja. Altijd. Ook als je weet dat er meer mensen meelezen. Want uiteindelijk leest iedereen alleen.
Laat in de comments even weten of jij idd voor 1 persoon schrijft. En is dat dan een je of een u?